Werkwoorden: O.V.T zwakke werkwoorden (Ralph Brouckmans)

Gatenoefening

Vul de gaten in en druk dan op 'check' om je antwoorden te controleren.

Jonas en zijn bende (wachten) Pieter op achter de schoolpoort.
Hij (haasten) zich vliegensvlug naar zijn slachtoffer toe.
Met z'n drieën (duwen) ze hem in de struiken.
Jonas (juichen) toen hij zijn klassenleraar zag passeren.
Hij (slagen) er net in uit hun klauwen te ontkomen.
Traag (stappen) de leraar uit en sprak de jongelui aan.
Hij (zuchten) eens diep en (krabbelen) overeind.
Plots (horen) hij een onbestemd geluid.
Hij (rechten) zijn rug en luisterde aandachtig.
Moeder (kruiden) de spaghetti met specerijen.
De leraar (aanvaarden) mijn verontschuldigingen.
Hij (verloten) de resterende prijzen.
Het (misten) vanmorgen verschrikkelijk.
Daardoor (missen) ik mijn afspraak.
Lena (lessen) haar dorst met een fris glas fruitsap.
De schipbreukeling (stranden) op een verlaten eiland.
Er (resten) ons nog het opruimen van de zaal.
Die wagen (kosten) me verschrikkelijk veel geld.
De directeur (ontlasten) me van mijn straf.