Vul de gaten in en druk dan op 'check' om je antwoorden te controleren.
Zet de werkwoorden tussen haakjes in de onvoltooid verleden tijd.1. Hij ons door het donkere woud. leiden2. Jeroen zijn kamer opnieuw . inrichten3. De vedette alle brieven persoonlijk. beantwoorden4. De agent tot de omstaanders. zich wenden5. De speurder bedrog. vermoeden6. Het zonlicht ons. verblinden7. Door de aardbeving de gebouwen als kaartenhuisjes. schudden8. Hij zich verveeld in de haren. krabben9. Op het strand we een korte tijd. zonnen10. De minister de vakantie . inkorten